De ballon van frustratie

(Leer)doelen

Instructies

Stap 1

Blaas een ballon op tot die ontploft.

Reflectie: – Wat merkte je op? Wanneer ontplofte de ballon? Wat merkte je op bij jezelf? (blijdschap, schrik, …?)

Stap 2

Vertel een verhaal over het leven van een jongere. Telkens wanneer iets gebeurt, blaas je in de ballon. Bijvoorbeeld:

  • Barry oversliep zich (1x blazen)
  • Barry nam geen ontbijt (1x blazen)
  • Omdat hij zich oversliep, miste hij de bus naar school (2x blazen)
  • Wanneer hij de klas binnengaat, is de leerkracht kwaad (2x blazen)
  • Tijdens de pauze kan Barry babbelen en lachen met zijn vrienden (laat wat lucht los uit de ballon)

Ga verder met het verhaal tot de ballon ontploft. Je kan deze oefening ook herhalen met een verhaal van de jongere en hem na elke zin vragen hoe vaak je moet blazen – ga verder met het verhaal tot de ballon ontploft.

Reflectie:

  • Wat merk je op? (je ontploft niet meteen, niet alles is even ‘erg’, soms doe je dingen die de druk doen afnemen)
  • Wat zijn dingen die ervoor zorgen dat je gefrustreerd wordt? Kan je ze plaatsen op een schaal van 1 tot 10? (Kunnen we emoji’s gebruiken in plaats van getallen op de schaal?)
  • Wat zijn dingen die jij of anderen kunnen doen om de druk weg te nemen? (Je kan een lijst met voorbeelden en tools gebruiken die je kunnen helpen bij het gesprek)

Stap 3 – op zoek naar het ‘punt van geen terugkeer’

Je geeft de jongeren de taak om de ballon op te blazen tot het punt waar ze denken dat de ballon zal ontploffen als ze nog 1 keer extra zouden blazen.

Reflectie:

  • Waarom denk je dat de ballon zal ontploffen?
  • Hoe merk je dat?

Het is erg belangrijk dit punt bij jezelf en andere te herkennen. Want als je dit punt overschrijdt / als je verder in je emoties gaat, ga je over het ‘punt van geen terugkeer’. Als de ballon ontploft, kan je niet terug. Denk eens terug aan een situatie waarin je bijna ontplofte.

  • Wat voelde je vanbinnen? (negatieve gedachten, emoties, …)
  • Welke fysieke signalen voelde je? (hartslag, vuist ballen, zweten, black-out, …)

(Je kan een lijst met voorbeelden gebruiken die kunnen helpen bij het gesprek) Als je je eigen signalen kent, kan je focussen op het wegnemen van de druk, zodat je het point van geen terugkeer niet overschrijdt. Als je gelijkaardige signalen herkent bij anderen zal je hen kunnen helpen.

Instructies

Stap 1

Blaas een ballon op tot die ontploft.

Reflectie: – Wat merkte je op? Wanneer ontplofte de ballon? Wat merkte je op bij jezelf? (blijdschap, schrik, …?)

Stap 2

Vertel een verhaal over het leven van een jongere. Telkens wanneer iets gebeurt, blaas je in de ballon. Bijvoorbeeld:

  • Barry oversliep zich (1x blazen)
  • Barry nam geen ontbijt (1x blazen)
  • Omdat hij zich oversliep, miste hij de bus naar school (2x blazen)
  • Wanneer hij de klas binnengaat, is de leerkracht kwaad (2x blazen)
  • Tijdens de pauze kan Barry babbelen en lachen met zijn vrienden (laat wat lucht los uit de ballon)

Ga verder met het verhaal tot de ballon ontploft. Je kan deze oefening ook herhalen met een verhaal van de jongere en hem na elke zin vragen hoe vaak je moet blazen – ga verder met het verhaal tot de ballon ontploft.

Reflectie:

  • Wat merk je op? (je ontploft niet meteen, niet alles is even ‘erg’, soms doe je dingen die de druk doen afnemen)
  • Wat zijn dingen die ervoor zorgen dat je gefrustreerd wordt? Kan je ze plaatsen op een schaal van 1 tot 10? (Kunnen we emoji’s gebruiken in plaats van getallen op de schaal?)
  • Wat zijn dingen die jij of anderen kunnen doen om de druk weg te nemen? (Je kan een lijst met voorbeelden en tools gebruiken die je kunnen helpen bij het gesprek)

Stap 3 – op zoek naar het ‘punt van geen terugkeer’

Je geeft de jongeren de taak om de ballon op te blazen tot het punt waar ze denken dat de ballon zal ontploffen als ze nog 1 keer extra zouden blazen.

Reflectie:

  • Waarom denk je dat de ballon zal ontploffen?
  • Hoe merk je dat?

Het is erg belangrijk dit punt bij jezelf en andere te herkennen. Want als je dit punt overschrijdt / als je verder in je emoties gaat, ga je over het ‘punt van geen terugkeer’. Als de ballon ontploft, kan je niet terug. Denk eens terug aan een situatie waarin je bijna ontplofte.

  • Wat voelde je vanbinnen? (negatieve gedachten, emoties, …)
  • Welke fysieke signalen voelde je? (hartslag, vuist ballen, zweten, black-out, …)

(Je kan een lijst met voorbeelden gebruiken die kunnen helpen bij het gesprek) Als je je eigen signalen kent, kan je focussen op het wegnemen van de druk, zodat je het point van geen terugkeer niet overschrijdt. Als je gelijkaardige signalen herkent bij anderen zal je hen kunnen helpen.

Beoordelingsmethodes

Benodigdheden