Situaties

Instructies

Lees de situaties en beantwoord alle vragen individueel. Nadien kan je de antwoorden in groep of per twee bespreken.

Situatie 1

Een vriend leende jouw wagen en heeft beloofd die terug te brengen de volgende dag rond de middag. Je vertelde die vriend dat het belangrijk is dat hij/zij op tijd terug is want je moet om 12u vertrekken om op tijd te zijn voor een belangrijke afspraak. Wanneer je aankomt op de parking, staat de wagen er niet. Je wacht 10 minuten, al bestaat er nu een grote kans dat je niet op tijd op je belangrijke afspraak zal zijn. Je probeert te bellen en berichten te sturen maar je krijgt geen antwoord. Uiteindelijk komt je vriend met de wagen toe. Je vriend reageert wat spottend. Hij haalt zijn schouders op en zegt vaag: “Ik ben hem gewoon gaan voltanken voor jou”. Vervolgens wordt de sleutel in stilte overhandigd.

• Hoe reageer je?
• Heb je bedenkingen betreffende betrouwbaarheid?

Situatie 2

Je hebt een groepswerk op school en in jouw groep zit er een jongen (Jonas) die je niet goed kent. Het voelt goed aan en je bent blij dat je de kans krijgt hem beter te leren kennen. Jullie zitten in dezelfde klas en jullie zien elkaar bijna dagelijks.

Jullie praten, lachen en jullie lijken veel gemeenschappelijke interesses te hebben. Dit voelt erg goed! Jullie beginnen te praten over andere klasgenoten en Jonas heeft heel wat negatieve dingen te zeggen over bijna iedereen.

• Wat voel je bij het lezen van de bovenstaande situatie? Welke gedachten en vragen komen er bij jou op?
• Hoe zou jij deze situatie aanpakken? Geef een spontaan antwoord.
• Heb je bedenkingen betreffende betrouwbaarheid?

Situatie 3

Je stopt een uur vroeger met werken. Je had beloofd om naar de voetbalmatch van je dochter te gaan kijken wanneer ze de bekerfinale zou spelen. Je hoopt er op tijd te geraken want door het vele werken, heb je eerder al de halve finale gemist waarin je dochter tweemaal scoorde. Na die wedstrijd was je dochter erg teleurgesteld in jou.

Op het moment dat je je computer afsluit, gaat de deur open. Jouw baas komt binnen met paniek in de ogen en vertelt je dat er een groot probleem is opgedoken. Er is een crisisvergadering gepland binnen 10 minuten. Hij vertelt dat jouw aanwezigheid op die vergadering van groot belang is en hij trekt de deur achter zich dicht. Je zit neer en staart naar jouw afgesloten computer vooraleer je een beslissing neemt.

• Wat ga je doen?
• Heb je bedenkingen rond betrouwbaarheid?

Situatie 4

Je vreest dat één van jouw cliënten zich extreem depressief voelt en je vreest voor zijn/haar leven. Je belt de sociale dienst van jouw gemeente om een anonieme melding hiervan te maken. De persoon die jouw telefoontje beantwoordt, herkent je stem en verlangt dat je vanavond samen met de politie meegaat op huisbezoek bij de cliënt. Jouw kinderen zitten echter thuis met waterpokken en jij bent de enige volwassene in huis.

• Wat besluit je te doen?
• Wat heeft ervoor gezorgd dat je dit besloten hebt?
• Heb je bedenkingen rond betrouwbaarheid?

Verzamelen en delen van de resultaten

Deze oefening wordt gebruikt om na te gaan in hoeverre jouw cliënten verantwoordelijkheden hebben en nemen voor hun keuzes en acties.

Reflectie/zelfbeoordeling

• Is het verlopen zoals gepland?
• Was de oefening relevant voor de gekozen zachte vaardigheid?
• Begrepen de cliënten de opdracht?
• Moeten er zaken veranderd/verduidelijkt worden naar de toekomst toe?

De oefening kan een discussie openen over het belang van betrouwbaarheid.

• Is het belangrijk betrouwbaar te zijn? Waarom wel, waarom niet?
• In welke situaties hebben ze keuzes moeten maken die een effect hadden op anderen?
• Hoe voelt het om een keuze te maken die misschien een negatief gevolg heeft voor anderen?