Proactieve cirkel

Een proactieve cirkel is een gesprek met meerdere deelnemers, geleid door een moderator. De cirkel wordt proactief ingezet voordat er problemen zijn, oftewel ‘in vredestijd’ (Pros, 2016). Deze methode wordt gebruikt om ideeën uit te wisselen, problemen te bespreken, te werken aan executieve functies (bijv. leren wachten op hun beurt, leren om je emoties correct te uiten, enz.), Meningen uit te wisselen over klas- en schoolevenementen / groepssfeer, afspraken maken, enz. (Benedictuspoort, nd). De deelnemers zitten in een kring met alleen stoelen, waar iedereen een gelijke positie heeft en evenveel aandacht en tijd krijgt. Doordat iedereen elkaar kan zien en het gesprek volgens een aantal afspraken verloopt, komt dit het vertrouwen en de veiligheid ten goede (zie stap 4 in de Ladder van Samenwerking) (Pro’s, 2016; BenedictusPoort, n.d.).

Door regelmatig met deze methodiek te werken, wordt gewerkt aan verbondenheid en een positieve (klas)sfeer. Daarnaast leert iedereen actief en respectvol naar elkaar te luisteren. Ze spreken in een positieve taal, en omdat iedereen wordt aangesproken, krijgt iedereen de kans om iets te zeggen over een bepaald onderwerp (Pros, 2016).

Om de proactieve cirkels toe te passen worden een aantal (basis)regels gebruikt. Het is aan de gespreksleider om dit toe te lichten en te monitoren (De Bock, 2014; Degheldere , 2017; Pluspunten, 2016; BenedictusPoort, n.d.):

  • Ga altijd in een kring zitten, bij voorkeur alleen met stoelen;
  • Zorg ervoor dat er geen of zo min mogelijk prikkels zijn (bijv. eten, drinken, muziek, etc.);
  • De cirkel symboliseert de gelijkheid van alle deelnemers. De persoon die het onderwerp introduceert en het gesprek leidt, zit ook in de cirkel.

De rol van de moderator:

  • Stelt een vraag. Indien nodig: vraag om extra duidelijkheid. De moderator grijpt in als de regels niet worden nageleefd, legt regels uit.
  • Bedankt iedereen. Bedank de persoon die net het woord heeft genomen voor zijn of haar bijdrage. Kies of je iedereen samen bedankt of dit individueel doet. Vergeet bij dit laatste zeker niet om iedereen te bedanken!
  • Talking stick: Je kunt ervoor kiezen om een ’talking stick’ te gebruiken, zodat duidelijk is wie er aan het woord is.
  • Iedereen komt om de beurt aan het woord. Het woord wordt gegeven, niet genomen. Hij of zij beperkt zich tot het onderwerp. Iedereen heeft recht op zijn eigen mening: het gaat niet om goed of fout, maar om eigen meningen, ideeën, reflecties.
  • geen feedback op feedback: Het gesprek is geen discussie. Pas na afronding en dank kunnen vragen ter verduidelijking worden gesteld (doel = veiligheid creëren)
  • Wanneer iedereen aan de beurt is geweest, kun je teruggaan naar die persoon om te horen of hij of zij iets wil toevoegen.
  • Wat er in de cirkel wordt gezegd, blijft in de cirkel
  • Buitenste cirkel: Wanneer iemand moeite heeft om zich aan de afspraken te houden, kan de moderator hem/haar vragen om in de buitenste cirkel te gaan zitten. Je kunt dit ook zelf kiezen. Wanneer iemand zich in de buitenste cirkel bevindt, heeft die persoon geen inbreng meer in de cirkel. Wanneer de buitenste cirkel ook niet werkt, kan de persoon naar buiten gaan of door de moderator eruit worden gehaald
  • Men spreekt vanuit de ‘ik’-persoon;
  • Er wordt positieve (lichaams-)taal gebruikt (geen scheldwoorden, rollen met de ogen, etc.)

Voor de start van een proactieve cirkel kan men gebruik maken van energizers en/of mixers. Het gebruik van energizers geeft energie, verhoogt de concentratie, kan activeren of juist ontspannen. Wanneer je dit gebruikt bij het starten van de proactieve cirkel, is dit een manier om al op een speelse manier verbinding te maken (bijv. staan-zitten). Mixers worden gebruikt om ervoor te zorgen dat niet steeds dezelfde mensen naast elkaar worden geplaatst (bijv. “Ga naast iemand zitten die je niet zo goed kent”) (Pros, 2016).